Categorie archieven: Vakmanschap

Jolinde Kersseboom wint eerste Hennie de Wijsprijs 

Donderdag 17 oktober ontving Jolinde Kersseboom de eerste Hennie de Wijsprijs. De studente zit in haar derde jaar van de opleiding Middenkaderfunctionaris Bouw bij mboRijnland in Gouda. De prijs is een initiatief van Zonta Gouda, die jonge vrouwen in technische mbo-opleidingen meer erkenning wil geven. Thierry van Vugt, wethouder van Onderwijs, reikte de cheque van 1000 euro uit aan Jolinde.  

De eerste reactie van Jolinde: “Ik zag het niet aankomen dat ik zou winnen en besefte het nog niet helemaal toen ik uiteindelijk had gewonnen, maar ik vind het wel heel erg leuk!” 

Erkenning voor vrouwen in de techniek 

De Hennie de Wijsprijs is een nieuw initiatief van Zonta Gouda en richt zich op het stimuleren van vrouwen om voor een technische opleiding te kiezen. Jolinde Kersseboom werd door de jury unaniem uitgeroepen tot winnares vanwege haar enthousiasme, kennis en ambitie binnen haar vakgebied. De jury, onder leiding van voorzitter Katinka van der Koogh, prees Jolinde’s groeiende interesse in techniek en haar visie op de meerwaarde van samenwerking tussen mannen en vrouwen in de technische sector. 

Maatschappelijke betrokkenheid 

Jolinde weet al wat ze met het prijzengeld gaat doen. “Ik wil de helft van het geld besteden aan een project in Ethiopië waar ik komende zomer ga helpen bij de bouw van een multifunctioneel gebouw voor de lokale gemeenschap. Dit gebouw zal worden gebruikt als opslagruimte en locatie voor trainingen en bijeenkomsten.” Hiermee laat Jolinde haar maatschappelijke betrokkenheid zien, dat zeer werd gewaardeerd door de jury.  

Elly Hogenbirk, docent Bouwkunde mboRijnland: “Ik ben supertrots op Jolinde en ook op de twee andere genomineerden, Roos van Kins en Vera van der Kruk, die dezelfde opleiding bij mboRijnland volgen. Ook in onze opleiding zijn meisjes nog erg in de minderheid, wat jammer is, want techniek is gewoon heel erg leuk. Het is een misvatting dat je veel wiskunde nodig hebt of dat het heel moeilijk is, meisjes kunnen net zo goed als jongens in de techniek werken, op een bouwplaats staan en mooie gebouwen ontwerpen.” 

Toekomst van techniek 

De prijsuitreiking vond plaats in de Chocoladefabriek, een toepasselijke locatie aangezien de Techniekwerkplaats, die zich daar bevindt, een plek is waar jongeren kunnen kennismaken met techniek en technologie. Jolinde Kersseboom is een inspirerend voorbeeld voor andere meisjes die een carrière in de techniek overwegen. Met de Hennie de Wijsprijs hoopt Zonta Gouda nog meer jonge vrouwen te inspireren om voor techniek te kiezen en hun talenten verder te ontwikkelen. 

Jolinde wil na haar opleiding graag doorleren op het hbo. “Mijn droom is om binnenhuisarchitect te worden“.  

mboRijnland is supertrots op Jolinde Kersseboom en feliciteert haar van harte met deze verdiende prijs! 

Meer weten over de opleiding die Jolinde, Roos en Vera volgen? Kijk hier voor meer informatie.

 

Over Hennie de Wijs 

Hennie de Wijs (1896-1975) is een inspirerend voorbeeld voor vrouwen in de techniek. Zij was één van de eerste vrouwen uit Gouda met een technische opleiding. Ze heeft zich als scheikundig ingenieur, opgeleid aan de TU Delft, zelfstandig ontwikkeld heeft tot een expert op het gebied van technische processen. In 1926 werd zij hoofd van het laboratorium van zeepfabrikant Viruly’s Stoomzeepziederij De Hamer, producent van wasmiddelen in Gouda.  

Over Zonta Gouda 

Initiatiefnemer van de Hennie de Wijsprijs is Zonta Gouda. Dit is een inspirerende club van zo’n 25 vrouwen uit het bedrijfsleven die zich inzetten om andere vrouwen vooruit te helpen. Zonta Gouda is onderdeel van een wereldwijde serviceorganisatie. Zonta International komt al decennia op voor een gelijke positie van vrouwen. Zonta Gouda zet met deze Hennie de Wijsprijs nu ook mbo-studentes die een technische opleiding volgen in de schijnwerpers. Hiermee wil Zonta Gouda stimuleren dat meer jonge vrouwen kiezen voor de techniek. 

Groot succes voor geïntegreerde leerroute mboRijnland en ONC Clauslaan

In februari 2023 startte mboRijnland een pilot voor de geïntegreerde leerroute in samenwerking met Oranje Nassau College Clauslaan (ONC) in Zoetermeer. Deze nieuwe aanpak is erop gericht om vmbo-leerlingen soepel door te laten stromen naar het mbo en een startkwalificatie te laten behalen, zonder een vmbo-examen af te leggen. De pilot is inmiddels afgerond en wordt als een groot succes beschouwd. Alle zeven leerlingen die zijn gestart hebben hun mbo niveau 2-diploma behaald.  

“Het geheim zit ‘m in de investering op de relatie, de gezamenlijke ambitie en het vertrouwen in elkaar”, legt Marianne Molsbergen uit. Zij is initiatiefnemer en programmamanager van deze geïntegreerde leerroute (GLR) bij mboRijnland en vertelt welke uitdagingen beide instellingen tegenkwamen en hoe ze hiermee omgingen.  

Start pilot  

In februari 2023 ging de pilot van start met zeven leerlingen van ONC Clauslaan. De leerlingen stroomden zonder vmbo-diploma door naar mboRijnland en begonnen direct aan hun mbo-opleiding. Marianne: “Dit was een sprong in het diepe voor zowel leerlingen, ouders als docenten. Het vertrouwde pad van het behalen van een vmbo-diploma werd losgelaten en dat vroeg om vertrouwen in de nieuwe leerroute. Het bleek een omslag in denken over examinering en diplomering.”  

Dankzij de nauwe samenwerking tussen mboRijnland en het ONC doorliepen alle zeven leerlingen het volledige traject, waarbij zes van hen in de zomer van 2024 hun diploma behaalden. Een leerling kreeg meer tijd om zijn kwalificatie af te ronden. Twee van hen stroomden door naar een niveau 3 en 4-opleiding.  

Gieta Pultoo, teamleider Zorg & Welzijn van ONC Clauslaan: “De werkgroep GLR heeft zich gecommitteerd om deze leerroute tot een succes te maken. We stellen ons flexibel op, sparren met elkaar en blijven samenwerken in het belang van onze leerlingen.”   

Investeren in relaties en vertrouwen 

Het succes van de geïntegreerde leerroute komt volgens Marianne Molsbergen voort uit de sterke samenwerking tussen mboRijnland en het ONC. “Dat klinkt gemakkelijk, maar is het geenszins, omdat een geïntegreerde leerroute verbinding vraagt over de muren van de eigen organisatie heen. Het vraagt daarmee om continue aandacht van betrokkenen, om onderhoud, prioritering en moeite willen doen. Op inhoud, maar vooral op de relatie.” In een project als dit zijn obstakels onvermijdelijk. Marianne noemt bijvoorbeeld het probleem met de registratie van leerlingen op het digitale platform Scholen op de Kaart. De ONC-leerlingen werden onterecht als ‘afstroom’ geregistreerd, terwijl ze bezig waren met hun mbo-opleiding, maar tegelijkertijd nog wel stonden ingeschreven bij het ONC. Dit straalde negatief af op de schoolprestaties van het ONC. 

Dankzij de open, heldere communicatie tussen beide scholen, kon dit issue openlijk worden besproken. “We hebben breder contact gezocht met ons netwerk in het land en het vervolgens aangekaart bij het ministerie van OCW. “Het ONC had het geloof in een geïntegreerde leerroute op dat moment ook kunnen loslaten”, vertelt Marianne. Dat gebeurde niet. Beide scholen bleven samenwerken, ondanks deze hobbel De betrokkenheid en gezamenlijke ambitie om de leerlingen toe te leiden naar een startkwalificatie, zorgden hiervoor.   

Praktische uitdagingen en maatwerk 

Een andere hobbel was het gebruik van de OV-kaart door de leerlingen. De studenten stonden officieel nog ingeschreven bij het ONC, maar volgden al lessen bij mboRijnland. Dit zorgde voor verwarring over hun recht op een OV-kaart. Studenten kregen een brief dat ze onterecht gebruikmaakten van een OV-kaart, terwijl ze daar als mbo-student wel recht op meenden te hebben. Deze OV-kaart hadden de studenten wel nodig om naar hun stageplek te kunnen reizen.  

Uiteindelijk nam Marianne Molsbergen contact op met het ministerie van OCW om dit issue aan te kaarten. Dit leidde tot erkenning van het probleem; de wet zal worden aangepast, zodat toekomstige leerlingen in een vergelijkbare situatie wel recht hebben op een OV-kaart. Tot die tijd investeren beide onderwijsinstellingen in dit traject door de stagereiskosten van deze studenten te vergoeden. Ook dit succes is te danken aan de goede samenwerking en het vertrouwen tussen de betrokken partijen.  

Sluitende begeleiding sleutel tot succes 

Begeleiding van de vaak nog jonge leerlingen is een van de sleutels tot succes in deze leerroute. In de eerste lichting (feb 2023) werden leerlingen intensief begeleid door zowel hun mentor van het ONC als de studieloopbaanbegeleider (slb’er) van mboRijnland. Dit zorgde ervoor dat leerlingen die dreigden af te haken, alsnog gemotiveerd bleven om door te gaan met hun opleiding. Marianne benadrukt het belang van nauwe samenwerking tussen de mentoren en slb’ers: “Als de handen van de begeleiders niet goed op elkaar zijn, kan een leerling gaan zwalken en dwalen.” 

Gieta voegt hieraan toe: “We blijven betrokken bij de leerlingen. Zo nodigen we de leerlingen die midden in het jaar de overstap hebben gemaakt, wel uit voor de diploma-uitreiking aan het einde van het schooljaar. Ze ontvangen (nog) geen diploma, maar wel een plek op het podium en in de schijnwerpers met klasgenoten en de mentor.” 

In de tweede lichting (feb 2024) bleek dat een iets stroevere afstemming tussen nieuwe mentoren en veel wisselingen te leiden tot meer verzuim en soms tot iets minder motivatie bij een aantal studenten. Hieruit werd de les geleerd dat mentoren vanaf het begin betrokken moeten zijn bij het traject, zodat ze de studenten optimaal kunnen begeleiden. In het nieuwste ontwerp van de GLR (2025) is de gezamenlijke begeleiding zelfs doorontwikkeld tot een USP. 

Voordelen geïntegreerde leerroute voor student 

Het grootste voordeel van de geïntegreerde leerroute is volgens Marianne de ‘zachtere landing’ voor de leerlingen. In plaats van abrupt de overstap te maken van vmbo naar mbo, krijgen leerlingen de kans om in een half jaar rustig te wennen aan hun nieuwe omgeving en de vakken die ze op het mbo gaan volgen. Bovendien betekent het er tussenuit halen van het vmbo-diploma ook, dat de leerling niet het hoofd hoeft te breken op een vmbo-vak, wat minder relevant is voor zijn/haar vervolgopleiding, zoals bijvoorbeeld economie voor een opleiding in de kinderopvang. Studenten gaan in deze route eerder op stage; leren door te doen is voor veel van deze leerlingen een prettige manier om zich verder te ontwikkelen.  

Daarnaast hebben de leerlingen in het eerste half jaar meer tijd om hun taal- en rekenvaardigheden te verbeteren, wat hen helpt om uiteindelijk een mbo-diploma te halen. Het doel is niet per se om de opleiding sneller te doorlopen, wat tot de mogelijkheden behoort, maar om ervoor te zorgen dat elke student een startkwalificatie behaalt. Dit vergroot voor de student de kans op een baan.  

Toekomstige uitbreidingen 

Hoewel de pilot klein begon, met zeven leerlingen, verwacht Marianne dat in de toekomst veel meer leerlingen kunnen profiteren van deze geïntegreerde leerroute. Het succes van de eerste lichting heeft al geleid tot een verdubbeling van het aantal leerlingen in de tweede lichting. 

Betere kansen 

De geïntegreerde leerroute van mboRijnland en ONC is een succesvol voorbeeld van hoe regionale samenwerking tussen verschillende scholen kan leiden tot betere kansen voor leerlingen. Ondanks de uitdagingen hebben de betrokken scholen laten zien dat een flexibele en op de student gerichte aanpak bijdraagt aan het behalen van een startkwalificatie. Dit succes biedt perspectief voor verdere groei en ontwikkeling van deze leerroutes in de toekomst. 

Studenten mbo, hbo en universiteit presenteren Moonshots aan astronauten en minister 

Vandaag presenteerden studenten van mbo, hbo en universiteit hun innovatieve ruimte-ideeën aan astronauten en Eppo Bruins, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Tijdens de finale van het programma NL MOONSHOTS ’24 kregen drie studententeams de kans om bij mboRijnland hun ‘crazy idea’ te pitchen, waaraan ze de afgelopen negen maanden hebben gewerkt. Behalve bij mboRijnland gaven Moonshots-studenten op nog acht andere locaties in het hele land pitches aan bezoekende astronauten. 

Maurice (foto midden), deelnemer Moonshots en student mboRijnland: ‘In dit project kon ik al mijn passie voor de ruimtevaart kwijt. Bovendien heeft meedoen aan Moonshots mij de mogelijkheden laten zien die ruimtevaart biedt om problemen op aarde aan te pakken. We hebben niet alleen geleerd om groot te dromen, maar ook om die dromen concreet te maken en uit te werken tot een uitvoerbaar idee,” aldus de enthousiaste deelnemer van team ‘Twenty-Four’. Hij bedacht samen met zijn medestudenten een zelfvoorzienend ruimtestation voor ruimte-
exploratie, dat kunstmatige zwaartekracht en verticale landbouw bevat.  

Het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap investeert dit jaar extra in Moonshots. Minister Bruins: ‘Het is inspirerend om te zien dat studenten al tijdens hun studie kunnen bijdragen aan de ontwikkeling van de ruimtevaart. Deze samenwerking tussen vakmensen uit verschillende onderwijsvelden bevestigt dat we iedereen nodig hebben om tot grote hoogte te komen. Zo kunnen we de maatschappelijke uitdagingen van nu én van de toekomst het hoofd bieden.’  

Lucien Geelhoed, ontwikkelaar Moonshots, vult aan: ‘We hebben gezien hoe creatief en gedreven deze studenten zijn. Hun ideeën hebben ons niet alleen verrast, maar inspireren ook de ruimtevaartsector om verder te kijken dan de bekende grenzen.’ 

 

Wat is Moonshots? 

Moonshots is een idee en initiatief van het Netherlands Space Office (NSO), gefinancierd door het ministerie van OCW, waarin in totaal 40 studententeams hun ‘crazy ideas’ voor de ruimtevaart hebben uitgewerkt. Het is belangrijk studenten van allerlei studies uit mbo, hbo en wo te inspireren en mee te geven dat er alle reden is om te denken en dromen over werken in of met ruimtevaart, vindt NSO-directeur Harm van de Wetering: ‘Ruimtevaart is niet meer ver van je bed of alleen weggelegd voor rocket scientists. De samenleving is doordrenkt van ruimtevaart en de toepassingen daarvan. Nederland heeft grote ambities voor de toekomst, maar daar hebben we wel het talent voor nodig dat nu in de collegezalen of praktijkruimtes van mbo, hbo en universiteiten zit.’ 

Astronaut als coach 

Astronauten hebben de studenten de afgelopen maanden via online sessies geadviseerd en geïnspireerd om hun plannen te ontwikkelen die kunnen bijdragen aan de ruimtevaart en maatschappelijke uitdagingen op aarde. Vandaag presenteren al deze studententeams bij negen verschillende onderwijsinstellingen hun resultaten aan astronauten, die in Nederland zijn voor het jaarlijkse ASE Planetary Congress. 

Bij mboRijnland waren vanmorgen drie studententeams die hun drie verschillende ideeën pitchten aan de astronauten Pedro Duque en Julie Payette en aan minister van OCW, Eppo Bruins. 

Finale Moonshots, startschot Space for Talent 

De Moonshots-finale is de afsluiting van een zeer inspirerende periode, waarin de studenten veel hebben geleerd van elkaar en over de ruimte en de kansen en mogelijkheden die de ruimte biedt voor het oplossen van problemen op aarde. Tevens is dit moment de start van een vervolgproject ‘Space for Talent’. Deze meerjarige campagne, ondersteund door het NSO, SpaceNed en de NL Space Campus, heeft als doel om jong talent te stimuleren een carrière in de ruimtevaart of een aanverwant veld na te streven.  

Ruimtevaart is overal om ons heen 

Want als Moonshots één ding heeft aangetoond, dan is het wel dat iedere mbo’er, hbo’er en universitaire student kan nadenken over een onderneming of carrière in de ruimtevaart. Want ruimtevaart en de toepassingen ervan zijn overal om ons heen. In landbouw en natuurbeheer, transport en logistiek, techniek en ICT, stedelijke planning en ruimtelijke ordening, water- en kustbeheer en ga zo maar door. 

Meer informatie over het Moonshots programma is te vinden op: https://moonshots24.nl/. Voor meer informatie over de Nederlandse ruimtevaart, bezoek de website van het Netherlands Space Office, www.spaceoffice.nl. 

Drie studenten mboRijnland werken mee aan stralende start Prinsjesdag 2024

Met trots kijken we terug op een bijzonder geslaagde dinsdagochtend! Vanuit mboRijnland mochten maar liefst drie toptalenten meewerken aan Prinsjesdag. De derde dinsdag in september begon voor minister-president Schoof, minister Bruins en staatssecretaris Paul van OCW en andere ministers en Tweede Kamerleden in de kappersstoel van salon Aveda The Hague.

Olivia van Leeuwen uit Lisse, finalist Skills Heroes in 2023, was een van de toptalenten door wie de bewindslieden hun make-up lieten verzorgen. “Mijn passie is om mensen zelfverzekerd en gelukkig te maken! Vooral op zo’n dag als vandaag verdienen de Kamerleden het om te stralen.” Olivia heeft inmiddels een goedlopende salon opgebouwd.

Naast de beste schoonheidsspecialisten  en kappers, werd het salonbezoek extra aangenaam door de vriendelijke gastheer, de beveiliger en de overheerlijke en originele bonbons van de patissiers Jorn Nieuwenhuis en Roos Buakhiaw, eveneens verbonden aan mboRijnland.

Hoedje als bonbon

De talentvolle Jorn Nieuwenhuis uit Denekamp werd goudenmedaillewinnaar Skills Heroes in 2023 en heeft al diverse prijzen in de wacht gesleept. “Prinsjesdag is hoedjesdag. Dus ik heb een bonbon gemaakt in de vorm van een hoedje. Met een gelei van duindoorn en vanille uit Nederland, gember en Nederlandse specerijen. Mooi met goud erop, feestelijk. Geïnspireerd op de bonbon waarmee ik de derde plaats van Nederland heb behaald.” Jorn is een van de ‘Dit is mbo’-ambassadeurs die dit jaar een campagne mogen uitvoeren om het mbo nog meer op de kaart te zetten. Sinds kort werkt hij in een patisserie.

Ook Roos Buakhiaw uit Rijnsburg, die als patissier zilver won tijdens de finales van Skills Heroes dit jaar, was gevraagd een speciale creatie te maken. “Ik heb een oranje bonbon bedacht die bij Prinsjesdag past met sinaasappel ganache en calamansi gelei. Dat is een Aziatische mandarijn.” Roos hoopt in januari haar opleiding Patissier af te ronden.

Mbo-onderwijs op voetstuk

Het vakmanschap werd erg gewaardeerd door de Tweede Kamerleden. Met hun bezoek geven ze hun blijk van waardering voor het mbo en het vertrouwen in het talent van deze jonge studenten. De deelnemers zijn stuk voor stuk echte professionals en toptalenten die hebben meegedaan aan nationale en internationale vakwedstrijden.

Een mooie Prinsjesdagtraditie

Het is de 10e keer dat WorldSkills het Prinsjesdagevent organiseert. Het is inmiddels een traditie geworden. Voor minister Eppo Bruins van OCW was het de eerste keer. “Ik vind het bijzonder om deze belangrijke dag met een aantal van de beste jonge vakmensen van Nederland te mogen starten. We mogen ontzettend trots zijn op onze mbo-studenten. Dat laten deze fantastische talenten vandaag maar weer eens zien. Mbo’ers zijn essentieel voor onze samenleving. Die waardering en erkenning mag het mbo nog veel meer krijgen. Nederland schreeuwt om goede vakmensen. Zelf was ik de eerste in mijn familie die naar de universiteit ging. Ik hoop dat steeds meer jongeren met evenveel trots kunnen zeggen: in mijn familie van academisch opgeleiden was ik de eerste die naar het beroepsonderwijs gaat. Daar blijf ik mij als minister van Onderwijs voor inzetten.”

Staatssecretaris Mariëlle Paul (OCW) kwam ook naar de salon voor haarstyling en visagie. “Prinsjesdag is een belangrijke dag waarop we onze plannen voor het komende jaar bekendmaken. Maar dit is waar het voor mij écht om draait: Met eigen ogen kunnen zien hoe deze fantastische Skills-studenten met hun talenten omgaan en daarmee onze maatschappij draaiende houden. Geweldig om zo de dag te beginnen! Als staatssecretaris voor funderend onderwijs wil ik hen hierbij helpen. Zo wil ik dat er voor álle leerlingen in het voortgezet onderwijs, van vwo tot vmbo, aandacht is voor praktische vaardigheden zodat zij zich breed kunnen ontwikkelen en hun talenten volledig kunnen benutten.”

Bonbon voor premier Schoof

Extra bijzonder voor de studenten was het onverwachte bezoek van premier Dick Schoof. Op deze bijzondere, en ook bijzonder drukke dag, startte hij de dag in de kappersstoel van een student. Schoof: “Vakmensen zoals deze mbo-studenten hebben we keihard nodig.” Ook Jorn mocht de premier in de kappersstoel een van zijn bonbons aanbieden.

Het Prinsjesdagevent wordt georganiseerd onder de vlag van ‘Dit is mbo’, hét platform waarbinnen onder andere de MBO Raad, SBB en WorldSkills Netherlands samenwerken om met activiteiten de Nederlandse samenleving te laten zien dat het mbo veel te bieden heeft. Immers; zonder goed beroepsonderwijs en vakmanschap kan onze maatschappij niet functioneren! Het Prinsjesdagevent is één van deze activiteiten. Deelnemende organisaties zijn: Aveda The Hague, ANKO, CNV, FNV MOOI, de MBO Raad, WorldSkills Netherlands, SBB en het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en de talentvolle studenten van de verschillende mbo’s.

Start opleiding Chauffeur Wegvervoer met baangarantie bij mboRijnland

Rijden voor een verhuisbedrijf of voor een bedrijf in de bloemen en plantenindustrie, transport rijden in het buitenland of ervaring opdoen in de transport en op- en overslag in het magazijn? In september start bij mboRijnland een nieuwe opleiding Chauffeur Wegvervoer met baangarantie.   

Deze opleiding is een zogenaamde BBL-opleiding; dit betekent vier dagen werken bij een transportbedrijf in de buurt en één dag naar school bij de bloemenveiling in Rijnsburg. De docenten van mboRijnland verzorgen de theorielessen, zoals Nederlands, rekenen, Engels en Duits op locatie. Deze opleiding is tot stand gekomen door een samenwerking tussen mboRijnland, Sectorinstituut Transport en Logistiek (STL) en diverse transport- en logistieke bedrijven. STL zorgt ervoor dat de student bij een van de bedrijven wordt gedetacheerd en regelt alles rondom het behalen van het rijbewijs.  

Chauffeursdiploma en baangarantie 

Tijdens de opleiding behalen de studenten niet alleen hun chauffeursdiploma, maar leren ze ook alle ins en outs over douaneformaliteiten, laden en lossen bij klanten, alles over het magazijn en op de weg rijden. Na de opleiding hebben de studenten een baangarantie en kunnen meteen aan de slag binnen Europa of daarbuiten.   

Docent Willem-Jacques van der Oest, docent mboRijnland: “We zien dat het beroep van chauffeur regelmatig in de familie zit bij onze studenten. Ze hebben vaak ouders of andere familieleden die rijden. Het is voor sommigen dus echt een vak dat door de aderen stroomt. Het voordeel is dat onze leslocatie klein is en vertrouwd aanvoelt. Bij Vianen Flowers, waar je één dag in de week les krijgt, is een lokaal aanwezig. Verder geven we op het terrein ook praktijklessen. Als we met de theorie bezig zijn, kunnen we het meteen in de praktijk laten zien en uitvoeren. Daarnaast werken de studenten vier dagen in de week bij een van de leerwerkbedrijven.” 

Vrijheid  

Voordeel bij deze nieuwe opleiding is dat studenten de vrijheid behouden na hun opleiding elders te gaan werken. “Als je klaar bent, heb je alle papieren die je nodig hebt. Je mag bij het leerwerkbedrijf blijven, maar je mag ook ergens anders heengaan, je zit dus nergens aan vast”, aldus Van der Oest. 

Innovatieve samenwerking onderwijs en sector
Lutze van der Ploeg, Sectorinstituut Transport en Logistiek (STL): “Wij zorgen namens de werkgevers- en werknemersorganisaties voor instroom en duurzame inzetbaarheid van vakbekwaam personeel. BBL-studenten komen bij ons in dienst en worden gedetacheerd bij de leerbedrijven. Ze krijgen betaald volgens de cao-beroepsgoederenvervoer en leren in de praktijk het vak van vrachtwagenchauffeur of logistiek medewerker. STL biedt studenten een arbo- en heftruckopleiding, een studieplan en 90% subsidie op alle opleidingen voor de rijbewijzen B, C en CE. De gediplomeerden zijn na het succesvol doorlopen van een tweejarig leerwerktraject verzekerd van een baan met een volwaardig salaris.” 

Bedrijven die aan deze nieuwe opleiding meedoen zijn: Dobbe Transport in Roelofarendsveen, Van der Slot Transport in Rijnsburg, Wesseling Logistics in Sassenheim, Oomen Verhuizers in Katwijk, Jongeneel Transport in Valkenburg en De Wit Transport in Oegstgeest. 

Onderzoeksproject ‘Co-constructie van responsieve leeromgevingen’ van start

Een consortium van drie mbo’s (MBO Amersfoort, mboRijnland en Landstede MBO) en twee hbo’s (Hogeschool Utrecht en Fontys Hogescholen) is een onderzoek gestart naar responsieve leeromgevingen in het beroepsonderwijs. Dit project wordt gefinancierd met een SIA RAAK-PRO subsidie, gericht om samenwerkingen tussen kennisinstellingen te stimuleren.

Erica Bouw, Hogeschool Utrecht, is hoofdonderzoeker en projectleider: “We gaan voor het eerst de krachten bundelen en vergelijken. Elke partner brengt zijn eigen partners mee waar al veel ervaring is opgedaan met ‘hybride’ leeromgevingen. Hoe zet je een leeromgeving in co-constructie op? Hoe maak je de leeromgeving ‘responsief’, zodat deze meebeweegt met veranderingen in de maatschappij, het beroep en de studentenpopulatie?”. Dat zijn de vragen waar het consortium mee aan de slag gaat.

Marianne Wildeman, docentonderzoeker bij het practoraat CIV Leven Lang Flex en betrokken vanuit mboRijnland: “Wat dit project zo bijzonder maakt, is dat door onze bijdrage ook mbo-niveau 1 wordt betrokken bij een beroepsonderwijs breed onderzoek (mbo niveau 1 t/m 4 en hbo). Het practoraat neemt samen met Rijnvicus, werkveldpartner van het college Start-Up, deel aan het onderzoek. We onderzoeken wat helpt bij het samen vormgeven van leeromgevingen op de grens van onderwijs en praktijk, die aanpasbaar zijn aan veranderingen, lang meegaan en als waardevol worden ervaren. Het samenwerken met (docent)onderzoekers van andere mbo- en hbo-instellingen én met studenten, docenten en collega’s uit de hybride leerwerkbedrijven maakt het onderzoeksproces voor mij als docentonderzoeker extra uitdagend en boeiend!”

In de eerste fase van het vierjarig onderzoek wordt een onderzoeksinstrumentarium ontwikkeld. Erica Bouw legt uit: “We ontwikkelen eigenlijk een gedeelde taal, zodat we elkaar begrijpen, vergelijkbare vragen stellen en weten waar we naar moeten kijken als we een leeromgeving bezoeken. Onderdeel van het instrumentarium zijn waarschijnlijk gespreksinstrumenten en reflectietools om goed te kunnen vergelijken en eventuele verbeterkansen in beeld te brengen.”

Lees hier meer over het onderzoek.

Lees hier een eerder interview met hoofdonderzoeker Erica Bouw.

Minister OCW erkent Opleidingsschool Rijnland als officiële opleidingsschool

De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) heeft Opleidingsschool Rijnland officieel erkend als opleidingsschool. Dit is een samenwerkingsverband tussen mboRijnland en de lerarenopleidingen van Hogeschool Leiden en Hogeschool Rotterdam. De ambitie is het meer en beter opleiden van mbo-docenten, het verbinden van theorie en praktijk en het stimuleren van vernieuwing en professionalisering.

 

 

 

Van aspirant naar erkend

De opleidingsschool startte in 2020 en kreeg vier jaar de tijd om opleidingsschool te worden. In de afgelopen jaren is met veel kundige en bevlogen mensen gewerkt aan de realisatie hiervan. Hierbij kun je denken aan werkplekbegeleiders, schoolopleiders, instituutsopleiders en bestuurders. En de steun vanuit de onderwijsteams aan de docenten-in-opleiding (studenten van de lerarenopleiding en zij-instromers).

Saskia Schenning, College van Bestuur mboRijnland, is trots en blij: “Onze opleidingsschool zie ik als een grote meerwaarde. Door de handen ineen te slaan met Hogeschool Leiden en Hogeschool Rotterdam leveren we een maatschappelijke bijdrage aan het opleiden van docenten en leiden we samen docenten op met actuele kennis en kunde, die zijn toegerust voor de onderwijspraktijk. Hiernaast draagt de opleidingsschool bij aan een lerende cultuur binnen mboRijnland en versterkt het de samenwerking in de regio”.

Chris van Gool, regiocoördinator Instituut voor Lerarenopleidingen (IvL) Hogeschool Rotterdam: “Wij feliciteren Opleidingsschool Rijnland met het behalen van dit fantastische succes! Het beroepsonderwijs is een belangrijke speler binnen het Samen Opleiden van IvL. De afgelopen jaren heeft de opleidingsschool zich vanuit zijn expertise ingezet om opleiden voor het beroepsonderwijs binnen het curriculum van IvL de plaats te geven die het verdient.”

Waardering
Op 22 mei 2024 ging de Commissie Beoordelingsgerichte Peer Review met uiteenlopende betrokkenen in gesprek. De commissie formuleerde een positief oordeel over de bereikte basiskwaliteit van de opleidingsschool dat op 13 juni 2024 werd overgenomen door de minister. De commissie waardeerde onder andere de goede organisatie van de begeleiding op de werkplek, de onderlinge nauwe samenwerking en dat het partnerschap eraan bijgedragen heeft dat het mbo meer aandacht krijgt in de curricula van de lerarenopleidingen.

Projectleider Angela Scheffers: “Nu we een erkende opleidingsschool zijn kunnen en willen we gezamenlijk docenten blijven opleiden, wat geen overbodige luxe is in tijden van het huidige lerarentekort. Op naar nog vele mooie jaren van samenwerking en ontwikkeling van alle betrokkenen!”

Meer weten? Bekijk onze filmpjes:

https://www.youtube.com/watch?v=qoFrSMB0Jfk

https://youtu.be/-F_bgR2HF4Y

Henrike Karreman (OCW) bezoekt mboRijnland om te zien hoe mbo zorgt voor vakmensen van morgen

Vandaag bracht Henrike Karreman, directeur mbo van het ministerie Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW), een bezoek aan mboRijnland. Het bezoek is georganiseerd door de MBO Raad, Kwaliteitsnetwerk mbo en mboRijnland met als doel OCW te laten ervaren hoe het referentiewaarden gedachtegoed en het ordeningsmodel helpen om de kwaliteit van het beroepsonderwijs te evalueren en verbeteren.

Toekomstbestendig onderwijs

De samenleving verandert in een razend tempo. De mbo-sector wil actuele opleidingen van kwaliteit aanbieden die meebewegen met de snel veranderende arbeidsmarkt, de maatschappelijke uitdagingen en innovaties. De MBO Raad en het Kwaliteitsnetwerk mbo delen de visie dat het beroepsonderwijs toekomstbestendig, wendbaar en innovatief moet zijn om te kunnen blijven inspelen op wat de samenleving en arbeidsmarkt vraagt en nodig heeft. Hoe borgt het mbo deze kwaliteit?

Open karakter en dialoog

Bij mboRijnland wordt al een tijd gewerkt met het referentiewaarden gedachtegoed. De instelling heeft vorig jaar ervaring opgedaan in een zogenaamde proeftuin, waarin het thema pedagogisch-didactisch handelen centraal stond.

Ruben Bostelaar (foto), onderwijskundig teamleider mboRijnland, licht toe hoe de peerreview hielp bij het verbeteren van de onderwijskwaliteit: “Mijn team vanuit College Techniek & ICT nam deel aan de eerste proeftuin bij mboRijnland. Het gaf ons de kans ervaringen uit te wisselen met docenten en studenten van de opleiding Haarverzorging uit een ander college. Door het open karakter van de dialogen hebben beide onderwijsteams kunnen inzoomen op het pedagogisch- en didactisch handelen. Door deze proeftuin hebben we vervolgens in ons ICT-onderwijs de SCRUM-methode geïntegreerd binnen onze projecten, waardoor veel meer zichtbaar werd hoe onze studenten hun opdrachten aanpakten.”

Henrike Karreman ging met docenten, teamleiders, studenten en een leerwerkbedrijf in gesprek om meer te leren over dit model. Meer dan dertig mbo’s houden op dit moment zogenaamde ‘proeftuinen’ om te onderzoeken in hoeverre het model past, werkt en aansluit om de kwaliteit van opleidingen en leerroutes in kaart te brengen en te kijken wat nodig is om de kwaliteit te verbeteren. De ervaringen zijn tot nu toe zeer positief. 

Eigenaarschap onderwijsteams

“De kracht van het model is dat (onderwijs)teams vanuit eigenaarschap aan de slag gaan met het verbeteren van de onderwijskwaliteit. Er wordt vooral gekeken naar de knoppen waar het team zelf aan kan draaien om beter te worden waar nodig. Bijvoorbeeld door in gesprek te gaan met collega’s van andere teams, andere mbo-instellingen, het werkveld, studenten. Dit maakt dat de kwaliteit van het onderwijs een thema van ons allemaal wordt”, aldus Mare Riemersma, Kwaliteitsnetwerk mbo (foto).

Het bezoek van OCW laat zien dat de overheid hecht aan de kwaliteit van het middelbaar beroepsonderwijs en onderstreept de samenwerking tussen onderwijsinstellingen, het Kwaliteitsnetwerk mbo, de MBO Raad en beleidsmakers om deze kwaliteit te waarborgen en te verbeteren.

Henrike Karreman, directeur mbo bij OCW: “Het is mooi om vandaag te horen hoe de sector werkt aan onderwijskwaliteit. Het gedachtegoed en de beweging die hierbij hoort juichen we toe. Ook de komende tijd moeten we onderwijskwaliteit als gezamenlijke opgave centraal zetten.”

Het model

Het referentiewaarden gedachtegoed helpt de sector om vanuit eigenaarschap opleidingen aan te bieden van hoogwaardige kwaliteit die mee ontwikkelen met veranderingen in de omgeving. Het biedt continu inzicht in de stand en ontwikkeling van de onderwijskwaliteit.

Studenten, docenten, teamleiders, directeuren, college van bestuur en het werkveld nemen met elkaar de kwaliteit van het onderwijs onder de loep.  Er wordt gekeken waar en hoe opleidingen nog beter kunnen worden ingericht en aansluiten op de wensen van studenten en het werkveld. Het eigenaarschap en de regie van het onderwijs staan  voorop; dit maakt het een lerend model, waarin open en transparante gesprekken plaatsvinden tussen verschillende teams van een instelling. De input van studenten en het werkveld zijn hierin van grote toegevoegde waarde en onmisbaar.

Dit is een ander model dan de tot nu toe veelgebruikte audit, die minder een ontwikkelingsgerichte en meer een controlerende functie heeft.

Meer informatie: https://www.kwaliteitsnetwerk-mbo.nl/referentiewaardenmodel/

Bekijk hier de video van deze dag.

Versnelde BBL-opleiding Verpleegkundige nu ook in Alphen aan den Rijn en Leiden

Per augustus 2024 biedt mboRijnland studenten de mogelijkheid om de BBL-opleiding Verpleegkundige (niveau 4) versneld te volgen in Alphen aan den Rijn en Leiden. Deze opleiding werd al aangeboden in Gouda en Zoetermeer.

Versneld
De versnelde opleiding Verpleegkundige duurt 2,5 tot 3 jaar, in plaats van de standaard 4 jaar. De exacte duur hangt af van de gevolgde vooropleiding. De student leer hier een breed scala aan vaardigheden die essentieel zijn in het verpleegkundig vak. Dit omvat onder andere het uitvoeren van verpleegtechnische handelingen, het begeleiden van patiënten en het coördineren van zorgtaken. Variërend van vaardigheden zoals het verzorgen van infusen, het toedienen van medicijnen en het toepassen van klinisch redeneren. Daarnaast komt branchekennis, wet- en regelgeving, conflicthantering en crisisinterventie aan bod. Sociale vaardigheden worden ook sterk benadrukt, omdat het als verpleegkundige cruciaal is om effectief te kunnen communiceren en om te gaan met diverse zorgvragers. 

Les op maat
Eén lesdag per week volgt de student beroepsspecifiek onderwijs, dat bestaat uit praktijkgerichte modules die direct toepasbaar zijn. Denk bijvoorbeeld aan infuus prikken, injecties geven en medicatie toedienen. Als zij-instromer volgt de student in het eerste halfjaar van de opleiding twee lesdagen per week. 

Locatie
Als de student voor de locatie Zoetermeer of Gouda kiest, dan start de opleiding in augustus. Kiest de student voor Leiden of Alphen aan den Rijn, dan word in de zomer bekend of de lessen plaatsvinden op de Breestraat of Ambonstraat. Dit is afhankelijk van het totaal aantal aanmeldingen.

Betrokken en deskundige docenten
Teamleiders Ilse Nugter, Irene Terpstra en Astrid Kalmeijer zijn enthousiast dat de BBL-opleiding Verpleegkundige nu naast Gouda en Zoetermeer ook versneld wordt aangeboden in Alphen aan den Rijn en Leiden. Teamleider Astrid vertelt: “We kunnen meer mensen opleiden binnen de zorg, omdat een student met – bijvoorbeeld – een VIG-diploma, versneld kan doorstromen. De student krijgt les van betrokken en deskundige docenten uit het werkveld. Wat van grote toegevoegde waarde is, is de ervaring met zorgtechnologie binnen de opleiding. Irene voegt toe: “Ons modulaire onderwijs maakt het eenvoudiger om de opleiding te verbreden, versnellen en verdiepen. Zo zijn studenten nog beter voorbereid op het beroep van verpleegkundige, wat de maatschappij ten goede komt.” 

Hackaton bij mboRijnland Zoetermeer: ICT-studenten duiken in wereld van softewareontwikkeling

Van maandag 22 tot en met 26 april organiseert mboRijnland een hackathon in de Dutch Innovation Factory (DIF) in Zoetermeer. De hackaton is gericht op softwareontwikkeling en wordt georganiseerd voor eerstejaars ICT-studenten van de opleiding software developer. Wethouder Marijke van der Meer uit Zoetermeer opende de hackaton maandagmiddag.  

Meer IT-professionals nodig

De studenten die de opleiding volgen in Leiden, Gouda en Zoetermeer, kregen de keuze uit vijf boeiende casussen, variërend van zorghulp tot complexe IT-systemen. Daar gaan ze deze week met een groepje mee aan de slag. De wethouder benadrukte het belang van ICT voor de toekomst: “We hebben steeds meer ICT-experts nodig en die worden onder andere bij mboRijnland in Zoetermeer opgeleid. Er zijn volop arbeidsmarktkansen: deze hackaton biedt studenten een mooie kans om inzicht te krijgen in het beroep en de vraagstukken die ze zullen tegenkomen als ze in de ICT aan het werk gaan.”

Expertise en ervaring delen

Tijdens de hackaton zijn ook vier organisaties aanwezig: Metaverses, TU-Delft, de Digiwerkplaats en de gemeente Zoetermeer. Deze partners spelen niet alleen een rol in het leveren van een casus en de beoordeling van de projecten, maar delen ook hun expertise en ervaring met de studenten.

Jeroen Luitjes van Metaverses: “Wij hebben op dit moment een opdracht bij een grote landelijke opdrachtgever. Een van de middelen die we hiervoor nodig hebben, is uitgedacht, maar moet nog een werkend product worden. Deze hackathon is voor ons een ideale gelegenheid om vernieuwende ideeën van studenten echt in bedrijf te brengen.”

Naast het primaire doel om veel te leren, biedt deze hackaton een kans voor de studenten om waardevolle contacten te leggen met bedrijven, medestudenten en potentiële werkgevers. Bovendien lonkt een mooie beloning in de vorm van een studiereis naar Plymouth voor de winnaars.

Apo, student opleiding softeware developer: ““Ik heb al een aantal nieuwe mensen leren kennen, dat vind ik erg leuk. Deze opleiding biedt veel verschillende afstudeerrichtingen voor studenten die van computers houden. Zelf heb ik plannen om later met een vriend als programmeur te gaan werken.”

 Mini-hackaton voor middelbare scholen

Om ook leerlingen van het voortgezet de kans te geven kennis te maken met het vak van ICT-professional, hebben alle middelbare scholen in Zoetermeer een uitnodiging ontvangen voor een mini-hackathon. Een groepje leerlingen van Oranje Nassau College Clauslaan en een enthousiaste docent gaan de uitdaging aan.

Naast de hackathons vinden deze week ook twee workshops plaats, die de studenten kunnen volgen: één gericht op het gebruik van ChatGPT en de andere op DuckyTown, beide waardevolle tools op het gebied van IT en softwareontwikkeling.

Foto: studenten aan het werk in de Dutch Innovation Factory