Categorie archieven: Verbinding

Gemeenten, instellingen en mboRijnland: samen verbeteren welzijn en zorg

De wereld van welzijn en zorg verandert in een rap tempo en er is vraag naar meer en anders opgeleid personeel. Gemeenten, zorg- en welzijnsinstellingen en mboRijnland – totaal ruim dertig partijen – zijn maandag 11 juni samen gestart met het Centrum voor Innovatief Vakmanschap Welzijn & Zorg om te zorgen voor betere zorg en welzijn. 

Het centrum wil het vliegwiel zijn voor gekwalificeerd personeel dat past bij het nieuwe zorg- en welzijnslandschap. Door samen te werken biedt het organisaties, overheden en onderwijs de kans om doorbraken te realiseren voor het welzijn en de gezondheid van hun lokale burgers. ‘Onze samenwerking in het Centrum voor Innovatief Vakmanschap is van groot belang voor betere en betaalbare welzijn en zorg. Samen zijn we één groot lerend netwerk,’ aldus Otto Jelsma, bestuursvoorzitter van mboRijnland.

De partijen in het centrum willen samen het leervermogen van de sector vergroten en de onderwijsvernieuwing versnellen. Vraag en aanbod tussen werkveld en onderwijs komen zo dichter bij elkaar. Samen zorgen gemeenten, zorg- en welzijnsorganisaties en mboRijnland ervoor dat de professionals van morgen de juiste kennis en kunde hebben om cliënten te voorzien in hun behoeften op het gebied van welzijn en zorg.

Betrokken organisaties

De volgende organisaties zijn betrokken bij het Centrum voor Innovatief Vakmanschap Welzijn & Zorg: ActiVite, Consortium Beroepsonderwijs, DSV | verzorgd leven, Eigen&Wijzer, Florence, Floreo Kids, Fundiz, Holland Rijnland, gemeenten Alphen aan den Rijn, Gouda, Leiden, Leidschendam-Voorburg, Woerden en Zoetermeer, Gemiva SVG, Groene Hart Ziekenhuis, Het Raamwerk, Hogeschool Leiden, Hoornbeeck College, Ipse de Bruggen, Junis, Kind en Co, De Kinderhaven, Libertas Leiden, LUMC, Marente, Marnix Academie, mboRijnland, Opoz, Participe, Radius Welzijn, Rijnhoven, GGZ Rivierduinen, SBB, SCOL, Stichting Care2Care, Stichting Morgenwijzer, Talent primair, Topaz, Vlietkinderen, Welzijn Teylingen, Wonderland groep, Xtra Mooi, Zorgpartners, Zorg Zijn Werkt.

7.700 leerlingen basisscholen sporten tijdens Koningsspelen

De Koningsspelen Leiden op 20 april zijn een geweldig feest geworden. 7.700 leerlingen uit het basisonderwijs deden enthousiast mee aan diverse sport- en spelactiviteiten op veertig voetbalvelden en dertig schoolpleinen. De activiteiten werden begeleid door studenten van mboRijnland en leerlingen van middelbare scholen en hbo. Echt een dag voor het door het onderwijs.

De Koningsspelen werden om negen uur geopend door burgemeester Henri Lenferink. Daarna dansten honderden basisschoolleerlingen op het hoofdveld van voetbalvereniging Lugdunum de fitlala. Daarna dompelden de kinderen zich onder in een groot aantal verschillende sport- en spelactiviteiten. Ze werden hierbij begeleid door studenten van mboRijnland en het hbo en leerlingen van middelbare scholen. Jeanette, student Onderwijsassistent van mboRijnland, was één van hen. ‘Dat samenspelen is belangrijk voor de kinderen. Zo leren ze elkaar op een andere manier kennen.’ Max, een klasgenoot van haar beaamt dat: ‘Het is geweldig om de kinderen hierbij te begeleiden.’ Zijn gezicht straalt, maar langer praten kan niet: een jongetje vraagt met opgewonden stem wat hij precies moet doen. 

Sport en spel grotere rol in sociaal domein

Henri Lenferink, burgemeester van Leiden, hecht grote waarde aan de Koningsspelen. “Bewegen is belangrijk voor de gezondheid. Daar kun je niet vroeg aan beginnen. Bovendien is het leuk om met andere kinderen te spelen.’ Ook ziet hij de Koningsspelen als een symbool van verbondenheid met het Koningshuis. ‘Die verbondenheid vertaalt zich ook naar verbondenheid in de stad. De Koningsspelen zorgen dat alle kinderen erbij horen en van waarde zijn. Tijdens de sport- en spelactiviteiten verdwijnt het onderscheid tussen mensen. Iedereen is dan gelijk.’

Paul Dirks, wethouder Onderwijs, Sport en Duurzaamheid, wil sport en bewegen daarom graag een grotere rol in het sociale domein geven: ‘De kracht van sport- en bewegingsactiviteiten is groot. Sport en spel kunnen mensen werkelijk bij elkaar brengen, kinderen van verschillende buurten, scholen, culturele achtergrond. Het helpt bij het voorkomen van segregatie en kan daarmee een grote rol spelen bij het leefbaarder maken van de stad.’ De activiteiten tijdens de Koningsspelen wil hij daarom breder trekken. ‘We krijgen als gemeente steeds meer taken, met name als het gaat om de maatschappelijke ondersteuning en jeugdzorg. Laten we daar sport en spelactiviteiten een rol bij geven. Die kunnen bijdragen aan preventie van sociale problemen en gezondheidsklachten.’ Hij wil daar een verbindende rol bij spelen. ‘Ik zie voor de gemeente echt een rol weggelegd voor het samenbrengen van scholen, wijkcentra en sportverenigingen. ‘Sport en spel kan een enorme spin-off hebben voor de leefbaarheid van de samenleving.’

Uniek concept in Leiden

De Koningsspelen in Leiden zijn uniek. De hele dag wordt namelijk georganiseerd door mboRijnland, de Hogeschool Leiden en een groot aantal middelbare scholen. ‘Geweldig,’ vindt Lenferink. ‘Deze dag brengt iedereen in de stad bij elkaar.’ Nergens anders in Nederland worden de Koningsspelen op deze wijze georganiseerd.

Verbindende rol

mboRijnland vervult een belangrijke rol in de organisatie. Een geweldige dag, aldus Otto Jelsma, voorzitter van de Raad van Bestuur van mboRijnland. ‘Het is prachtig om te zien dat zoveel kinderen met elkaar met sport bezig zijn en onze studenten de kinderen begeleiden.'

Hans Kallenberg, docent bij mboRijnland en een van de organisatoren, is trots op de Koningsspelen. ‘Door alle activiteiten dragen we echt bij aan het versterken van de gemeenschap Leiden.’

In heel Nederland

De Koningsspelen vinden sinds 2013 in Nederland plaats. Op deze dag wordt voor alle kinderen in het basisonderwijs een vrolijke en gezellige sportdag georganiseerd. Het motto is: samen spelen, samen sporten en samen verbinden.

Voorbereiding Koningsspelen in volle gang

Studenten en docenten zijn druk bezig met de voorbereiding van de Koningsspelen van vrijdag 20 april. ​​​​​​​De aftrap van de Koningsspelen vindt plaats op vrijdagochtend 20 april om negen uur. Duizenden basisschoolleerlingen dansen dan de fitlala. De basisscholen zijn al druk aan het oefenen, straks onder leiding van studenten van mboRijnland. Ook zijn studenten al druk bezig met het plaatsen van de spelmaterialen op de sportvelden en schoolpleinen.

​​​De Koningsspelen vinden sinds 2013 in Nederland plaats. Dit jaar dus voor de vijfde keer. Een echt lustrum. Op deze dag wordt voor alle kinderen in het basisonderwijs een vrolijke en gezellige sportdag georganiseerd. Dat betekent in onze regio: tienduizenden sportende en spelende leerlingen uit het basisonderwijs, tientallen voetbalvelden en schoolpleinen en honderden studenten van mboRijnland die de sportactiviteiten begeleiden. Het zijn de imposante aantallen van dit lustrum. 'Het is heel belangrijk dat zoveel kinderen met elkaar met sport bezig zijn,' aldus Otto Jelsma, voorzitter van de Raad van Bestuur.

Uniek concept in Leiden

De Koningsspelen in Leiden zijn uniek. De hele dag wordt namelijk georganiseerd door het onderwijs. mboRijnland speelt daar een verbindende rol bij. Zo'n tweehonderd studenten van de opleidingen Onderwijsassistent, Sport en Bewegen en Verpleegkunde begeleiden de kinderen uit het basisonderwijs tijdens de activiteiten. Dat doen ze samen met hbo-studenten en leerlingen uit het voortgezet onderwijs. Studenten Orde & veiligheid regelen de verkeerstromen bij de grootste en moeilijker bereikbare sportparken. Nergens anders in Nederland worden de Koningsspelen op deze wijze georganiseerd.

‘Bedrijfsleven zal meer moeten participeren in laboratoriumonderwijs’

Drie scholen voor laboratoriumonderwijs organiseerden een conferentie (LAB-dag) met als thema ‘de analist van de toekomst’. De LAB-dag was druk bezocht met docenten, teamleiders en managers van het middelbaar laboratoriumonderwijs uit het hele land. Zo ook docenten van het Middelbaar Laboratorium Onderwijs (MLO) van mboRijnland.

Het thema van de LAB-dag 2018 is aangedragen door mboRijnland. Els de Waard, onze opleidingsmanager MLO (Middelbaar Laboratoriumonderwijs), is tevreden over de opkomst. “We houden deze LAB-dag elke twee jaar, met ontmoeting als grote doel. Samen nadenken over het thema. Waar leiden we toe op? Zijn we nog actueel in de kennis die we overdragen?”

De LAB-dag 2018, georganiseerd door vertegenwoordigers van drie MLO-opleidingen, heeft als thema ‘de analist van de toekomst’. Het thema is aangedragen door mboRijnland. Els de Waard, onze opleidingsmanager MLO, is tevreden over de opkomst. “We houden deze LAB-dag elke twee jaar, met ontmoeting als grote doel. Samen nadenken over het thema. Waar leiden we toe op? Zijn we nog actueel in de kennis die we overdragen?”

Vol podium

Dagvoorzitter Erik Siebel laat een eerste formule los op de aanwezigen. Delen = vermenigvuldigen. Dat zal op deze 29e maart gebeuren in een debat vóór de pauze en een aantal workshops na de pauze. Voor het debat komen twaalf mensen het podium op, afkomstig uit het bedrijfsleven én het onderwijs. Het debat wordt geleid door Frank Geelink, voorzitter directie van het Techniek College Rotterdam. Voor hem een thuiswedstrijd!

Multidisciplinair

Wat voor professionals heeft het bedrijfsleven in die toekomst vooral nodig? Harry Flore, ceo van het farmaceutisch bedrijf HAL Allergy, antwoordt met een mooie oneliner. “Geen hoog- of laagopgeleide medewerkers, maar juíst opgeleide mensen.” Hij pleit voor ontschotting. “Op de ontwikkelafdelingen werken we veel in multidisciplinaire teams, met mensen van alle niveaus. In zo’n situatie kun je moeilijk de schotten overeind houden tussen mbo- en hbo- of academisch geschoolde medewerkers.”

Doorgaande leerlijnen

Manager Els de Waard erkent dit direct, wanneer we haar later hiernaar vragen. “De ontschotting in het bedrijfsleven is allang gaande. Daarom mogen wij in het MLO niet achterblijven. In de praktijk is een hbo’er niet altijd slimmer dan een mbo’er. Het kan niet zo zijn dat we een mbo’er alleen inzetten voor praktische handelingen en een hbo’er of academisch geschoolde medewerker voor theoretische kwesties of voor troubleshooting. In dat licht bezien is het van groot belang dat wij blijven investeren in doorgaande leerlijnen, van mbo naar hbo.”Het MLO binnen mboRijnland heeft een bevoorrechte positie, omdat het gebruikmaakt van het laboratorium van de faculteit Science & Technology van Hogeschool Leiden. Els de Waard: “Omdat we de budgetten delen voor het laboratorium bij elkaar optellen, kunnen we veel meer doen. Mbo- en hbo-studenten en docenten zien elkaar op de gang en in het laboratorium. Dan ontstaat er een haast organische samenwerking.”InnoverenOnno de Vreede, directeur Innovation and Human Capital bij de VNCI, de branchevereniging van de chemische industrie in Nederland, brengt vuurwerk in het debat wanneer hij zegt het MLO meer werk moet maken van innoveren. “De grote bedrijven zijn druk met digitalisering, robotisering en automatisering. Daarvoor worden werkprocessen opnieuw ingericht.” In zijn optiek hebben de scholen te veel een interne focus. “Heroriëntatie is daarom heel erg hard nodig.”

Daverend applaus

Patrick Pijnenburg, directeur faculteit Science & Technology van Hogeschool Leiden, pakt naar eigen zeggen ‘met een ongemakkelijk gevoel’ de handschoen op. “Als ik Onno zo hoor praten, lijkt het alsof we in het onderwijs slapen. Dat is uiteraard niet zo. Voor het hbo en het mbo is het onmogelijk om voorop te lopen in de ontwikkelingen. Als school dragen wij de basiskennis over op de studenten, zodat die straks adequaat kunnen inspelen op de veranderingen in de branche.” Als het over innoveren gaat, dan kunnen de opleidingen de keuzedelen daarvoor prima inzetten.

 

Willen mbo en hbo beter aansluiten op het bedrijfsleven, dan zal dat bedrijfsleven intensiever moeten participeren in het onderwijs. “Dat is meer dan afwachten wat voor jonge professionals het onderwijs straks aflevert. Dat is ook meer dan als bedrijf één keer per jaar een college verzorgen. We zullen een participatievorm moeten vinden waarin het bedrijfsleven, veel meer dan nu het geval is, input geeft aan het onderwijs. Daarbij blijft de rol van docent kennis overdragen. Hij legt bij de studenten de basis. Het bedrijfsleven brengt daarop een toplaag aan.” De met passie uitgesproken woorden leveren Patrick Pijnenburg een daverend applaus op.

Kern van discussie

Harry Flore brengt met overtuiging zijn senioriteit en expertise in dit debat in. Hij heeft in zijn loopbaan tal van bedrijven in Europa en Amerika van binnen gezien, óók in Silicon Valley dat geldt als hét Mekka van de datascience. “Ik kan jullie zeggen dat de analisten die ik daar ben tegengekomen zeker niet beter waren dan hun Nederlandse collega’s. Dus laten we elkaar niet in de put praten.”Els de Waard reflecteert graag op dit deel van het debat. “Dat raakt de kern van de discussie die nu speelt binnen het MLO. Gebruiken we de keuzedelen als verdieping of verbreding van de opleiding? Die discussie moeten we binnen ons eigen team nog verder voeren.”

Flexibiliteit

Patrick Pijnenburg wil met het oog op de toekomst kijken naar de structuur waarin het onderwijs wordt aangeboden. “Daarin moet meer flexibiliteit mogelijk zijn.” Met die boodschap wordt het debat afgerond. Na de pauze, met daarin veel gelegenheid voor netwerken, dirigeert Erik Siebel de aanwezigen naar de eerste workshop van hun keuze. Het was een mooi debat, gevoerd vanuit diverse invalshoeken. Is Els de Waard tevreden? “Tevreden ben ik wanneer deze discussie wordt voortgezet in alle docententeams. De aanzet daartoe was goed.”

Het beste voor de studenten

In de pauze wordt aan alle kanten getrokken aan Els de Waard. Ze vindt het niet erg. “Je ziet hoe makkelijk mensen hier met elkaar in gesprek raken. Die uitwisseling op landelijk niveau is zo belangrijk! Opleidingen komen elkaar tegen. Concurrenten? We hebben elkaar nodig om het beste te kunnen bieden aan de studenten.”