Categorie archieven: Verbinding

Subsidie voor innovatieve oplossing personeelstekort in welzijn en zorg

Hoe los je het enorme personeelstekort in de zorg- en welzijnsbranche op? Hoe bereid je medewerkers goed voor op de snel veranderende sector? Bijna alle zorg- en welzijnsinstellingen worstelen met die vragen. Het Centrum voor Innovatief Vakmanschap Welzijn en Zorg (CIV W&Z) heeft de oplossing: meer instroom van personeel én personeel dat goed kan omgaan met de innovaties in de zorg. De minister heeft vanochtend bekend gemaakt dat het samenwerkingsverband tussen 40 werkgevers, onderwijs en gemeente kan rekenen op een subsidiebijdrage uit het Regionaal Investeringsfonds mbo.

Het CIV W&Z is een regionaal samenwerkingsverband tussen instellingen in het onderwijs, de zorg- en welzijnssector en de gemeenten Alphen aan den Rijn, Gouda, Leiden, Woerden en Zoetermeer. De 40 partijen hebben de handen ineen geslagen om onderwijs en werkveld beter en sneller op elkaar af te stemmen en het leervermogen van de sector te vergroten. mboRijnland is penvoerder van dit regionale samenwerkingsverband.

Personeelstekorten oplossen

De uitstroom en uitval van personeel binnen de branches Welzijn en Zorg is hoog. Het CIV W&Z ontwikkelt bij- en nascholingen om het werk in de zorg aantrekkelijker te maken en medewerkers meer grip te laten krijgen op de snelle innovaties in de zorg, bijvoorbeeld in de vorm van certificeerbare onderwijsmodules. Daarnaast willen de 40 partijen in het CIV W&Z de interesse in de zorg vergroten. Dat gebeurt door het onderwijs meer in de praktijk te laten plaatsvinden, in de instellingen dus, of via zogenaamde hybride wijklabs waarin studenten en medewerkers van zorg- en welzijnsinstellingen nauw samenwerken aan het versterken van de zorg en het welzijnswerk in de buurten.

Beter voorbereid op veranderingen zorg- en welzijnssector

In het welzijnswerk en de gezondheidszorg speelt de techniek een steeds belangrijker rol. Ook komt welzijn van patiënten en cliënten steeds meer op de voorgrond te staan. Het CIV W&Z ontwikkelt scholingen en opleidingen waarin medewerkers en mbo-studenten in de zorg en het welzijnswerk goed voorbereid worden op deze veranderingen, bijvoorbeeld in de vorm van hybride leertrajecten, een practoraat en praktijkgerichte scholingen. Op deze manier willen de 40 partners in het CIV W&Z het leervermogen van werknemers in de zorg en het welzijnswerk vergroten.

Docent William Janz in halve finale van Got talent España

De mannelijke Glennis Grace wordt hij genoemd: William Janz is docent Nederlands bij mboRijnland (team Elektro- en Installatietechniek) en staat in de halve finale van het Got Talent España, de Spaanse equivalent van Holland's of America's Got Talent.

Een droom komt uit voor de 44-jarige Rijswijker: 'Het is echt een gekkenhuis. Ongelooflijk hoeveel belangstelling er is voor mij. Door de week sta ik voor de klas en in het weekend op het podium. Mensen vallen voor mijn Spaanse liedjes, geïnspireerd door mijn grote voorbeeld Julio Iglesias'. Williams zingt al heel wat jaren. In 1996 deed hij mee aan de Soundmixshow… als Julio Iglesias. Maar nooit brak hij echt door bij het grote publiek, tot nu.

Professionele aanpak

William pakt het professioneel aan en heeft een eigen manager, Riny Schreijenberg. Schreijenberg werkte jarenlang samen met artiesten als Frans Bauer, Marianne Weber en Thomas Berge. 'William zingt niet alleen in het Spaans, maar ook in het Nederlands. Afgelopen week is zijn eerste Nederlandstalige single gelanceerd. We zijn erg benieuwd hoe dit wordt ontvangen', aldus Riny.

Media-aandacht

De Telegraaf​, Weekend en Hart van Nederland…. ze staan in de rij voor het verhaal van de zingende docent. Donderdag 4 oktober maakte het televisieprogramma Hart van Nederland een item in de klas op locatie Bètaplein/Lammenschans in Leiden. Klik hier om het item te bekijken.

Teamleider Dorien Butter van Electro- en Installatietechniek is uiteraard ook super trots op haar docent. 'Ik hoop dat we William binnen boord kunnen houden. Hij is niet alleen een goede zanger, maar ook een hele goede docent', aldus Dorien.

William moet nog even geduld hebben voordat hij weer zijn zangkunsten op de Spaanse televisie mag vertonen. De halve finale is in februari/maart 2019.

Centrum voor Innovatief Vakmanschap (CIV) Welzijn en Zorg krijgt vorm

​Het Centrum voor Innovatief Vakmanschap (CIV) Welzijn en Zorg krijgt steeds meer handen en voeten. Ze passen mooi bij de ambitie van het CIV: een doorbraak realiseren voor (opleidings)vraagstukken binnen Welzijn en Zorg. Dat gebeurt samen met partners uit het werkveld, door middel van het ontwikkelen van modulair en certificeerbaar onderwijs, hybrideonderwijs in (wijk)labs en een practoraat. Dit zijn de proposities. De eerste projecten zijn vorige maand al gestart. Aan de propositie ‘Ontwikkelen van modulair en certificeerbaar onderwijs’ wordt al invulling gegeven via de projecten opleiding Zorgtechnicus en Radicaal Vernieuwen – Waarde-vol Onderwijs – een samenwerking met Topaz, DSV | verzorgd Leven en ActiVite. Dinsdag 25 september was hiervoor de startbijeenkomst: ruim 50 studenten zijn bij mboRijnland gestart met een praktijk-leertraject. Benieuwd naar het verslag en de foto’s? Lees verder.

Verder komt in november de klankbordgroep Practoraat Welzijn en Zorg 2030 voor het eerst bijeen om de inhoudelijke contouren hiervoor te schetsen. En om van gedachten te wisselen over de beoogde practor en het wervingstraject. Meer weten over het CIV Welzijn en Zorg? Neem dan contact op.

Studenten mboRijnland maken Palenstein Zoetermeer aardgasvrij

Studenten van mboRijnland zijn betrokken bij het aardgasvrij maken van de wijk Palenstein in Zoetermeer. Samen met bedrijven Stedin, Van Dorp Installaties, Dura Vermeer, woningcorporatie Vidomes, Bébouw Midreth en de gemeente Zoetermeer gaan zij aan de slag in het Living Lab Palenstein Aardgasvrij in Zoetermeer. Een unieke samenwerking tussen onderwijs, bedrijfsleven en overheid.

De start van dit project vond plaats in het voormalige tankstation Tango, gelegen in Palenstein. De studenten van mboRijnland en vmbo-leerlingen van het Oranje Nassaucollege uit Zoetermeer werden op maandag rondgeleid in Palenstein. Zij volgen het programma 'The Next Generation Woonwijk' – een zogenaamd living lab, waarin mbo-studenten Smart Technology, Bouw, Installatietechniek en Elektro worden betrokken bij de energietransitie. Op 17 september konden ze met eigen ogen zien hoe deze wijk transformeert tot een aardgasvrije woonwijk. ​ 

Belangrijke rol studenten mboRijnland

De studenten van mboRijnland denken mee over de manier waarop de wijk sneller dan nu aardgasvrij gemaakt kan worden. Ook geven ze advies over de wijze waarop oudere gebouwen duurzaam gemaakt kunnen worden.​ Otto Jelsma, bestuursvoorzitter van mboRijnland, is blij met deze actieve rol: 'Ik zie deze vorm van onderwijs als de toekomst van het mbo. Natuurlijk krijgen studenten altijd een stukje onderwijs op school. Maar steeds meer zullen ze leren in projecten waarin gewerkt wordt aan maatschappelijk relevante thema's, zoals het klimaatakkoord en de energietransitie. Het is mooi dat studenten actief mee mogen en kunnen denken bij het aardgasvrij maken van Palenstein. Ik weet zeker dat studenten waardevolle ideeën hebben. Die horen de gemeente en energiemaatschappijen graag.'

Na aanmoedigende woorden van Jan Iedema en Otto Jelsma was het tijd voor de rondleiding door de wijk. De komende jaren moeten in Nederland duizenden huizen per maand aardgasvrij worden gemaakt. Ook in de wijk Palenstein wordt flink geïnvesteerd in verduurzaming. Het project heeft zelfs een voorbeeldrol in de metropool Rotterdam-Den Haag, waaronder Zoetermeer valt. 

Collega's van de toekomst

Onderweg op de route door Palenstein stonden op diverse plekken experts klaar van Stedin, Vidomes en Dura Vermeer om de studenten te woord te staan. Wat gebeurt er in de wijk en wat komt er allemaal kijken bij het verduurzamen van woningen? Eelco de Vink van Stedin: 'Hoe kunnen we ons net geschikt maken voor all-electric, waterstof of de combi warmte-elektra? En hoe krijgen we deze ombouw organisatorisch voor elkaar?' Hij benadrukte tenslotte hoe belangrijk de rol van de studenten is: 'Jullie zijn onze collega's van de toekomst.' Want werk is gegarandeerd, kregen de studenten te horen.

Iedereen wordt er beter van

De gemeente Zoetermeer en mboRijnland zijn partners van het samenwerkingsverband Centrum voor Innovatief Vakmanschap (CIV) Smart Technology en zetten zich in voor de continue ontwikkeling van onderwijs in samenwerking met het bedrijfsleven. Onder deze koepel is de samenwerking Living Lab Palenstein Aardgasvrij tot stand gekomen. Slim samenwerken werpt zijn vruchten af voor bedrijfsleven, overheid en onderwijs. Jan van Laake, directeur van het MBO College Techniek & ICT: 'Van dit project heeft iedereen profijt. Docenten leren, bedrijven worden er beter van en kunnen meehelpen bij het opleiden van studenten, en we lossen maatschappelijke vraagstukken op.'

De studenten zijn enthousiast over het project. Chris, student van de brede opleiding Techniek niveau 2, heeft er zin in. 'Ik ben nieuwsgierig hoe verder gaat en hoe alles werkt. Ik weet nog niet precies wat ik ga doen, maar wat het ook is: ik ben er klaar voor.' 

Aandacht van Omroep West

Omroep West besteedde aandacht aan de bijeenkomst. Het item kun je hieronder zien – zie vanaf minuut 11:21.

OMroep West.png

​Penvoerder

mboRijnland is penvoerder van het Centrum voor Innovatief Vakmanschap (CIV) Smart Technology. De studenten die bij het project in Palenstein betrokken zijn, volgen allemaal een techniekopleiding bij mboRijnland. Meer informatie over deze opleidingen zijn te vinden via de webpagina: https://mborijnland.nl/mbo-opleidingen/techniek-ict/overzicht

​​

Samenwerking ouderenzorg mboRijnland en De Rijnhoven

Zorginstelling De Rijnhoven en mboRijnland hebben op vrijdag 14 september een samenwerkingsovereenkomst getekend. De samenwerking is erop gericht het voor jonge mensen aantrekkelijk te maken om in de ouderenzorg te werken.

mboRijnland en De Rijnhoven bieden gezamenlijk een leerwerkarrangement aan mbo-studenten Verzorgenden en Verpleegkundigen op de locatie Antoniushof in Montfoort aan. De studenten maken kennis met diverse zorgvormen (kleinschalig wonen, thuiszorg en dag begeleiding). Een docent van het mboRijnland komt naar de locatie voor begeleiding, intervisie en onderwijs. Op deze wijze wordt de integratie tussen theorie en praktijk bevorderd. Het doel van De Rijnhoven is jongeren te enthousiasmeren en uiteraard op te leiden voor de ouderenzorg.

Er is plek voor acht studenten; in september zijn er inmiddels zes studenten gestart. De studenten waren dan ook aanwezig bij de feestelijke ondertekening van de samenwerkingsovereenkomst die namens mboRijnland ondertekend is door bestuursvoorzitter de heer O. Jelsma en mevrouw G.J.J. Prins, bestuurder Stichting De Rijnhoven.

Voor de ondertekening zijn er diverse presentaties gegeven, waaronder presentaties van de studenten zelf.

Gemeenten en mboRijnland verkennen agenda voor komende vier jaar

Zes gemeenten en mboRijnland zijn in september 2018 bij elkaar gekomen om de gezamenlijke ambities te delen. Partijen werken samen aan de versterking van het middelbaar beroepsonderwijs. Studenten krijgen zo betere kansen op een veranderende arbeidsmarkt en mboRijnland helpt gemeenten met het realiseren van hun onderwijs- en jeugddoelstellingen en het versterken van de lokale economie.

De speerpunten van mboRijnland – innovatie, gelijke kansen en een leven lang ontwikkelen – sluiten goed aan op de ambities van Leiden, Gouda, Alpen aan den Rijn, Woerden, Zoetermeer en Leidschendam-Voorburg. Met de gemeenten en het bedrijfsleven streeft mboRijnland naar een ‘regionaal lerend netwerk’. En voor een netwerk is onderlinge samenwerking cruciaal.

Samenwerking essentieel

Voor mboRijnland zijn gemeenten onmisbare partners voor een sterkere regionale economie en innovatiever beroepsonderwijs. De samenwerking richt zich op de aansluiting van het onderwijsaanbod op de regionale arbeidsmarkt (ook voor werkenden om hun kennis bij te houden), het bieden van gelijke kansen aan alle jongeren en nieuwe innovatieve samenwerkingsvormen. Partijen zetten zich hiermee in voor ondernemende vakmensen in een sterke samenleving.

Alle gemeenten vertegenwoordigd

Alle zes gemeenten waar mboRijnland is vertegenwoordigd waren aanwezig. Naast de Leidse Yvonne van Delft waren de wethouders Thierry van Vugt (Gouda), Han de Jager (Alphen aan den Rijn), George Becht (Woerden) en Juliette Bouw (Leidschendam-Voorburg) aanwezig. Projectleider onderwijs en arbeidsmarkt Frank Slingerland van de gemeente Zoetermeer verving eenmalig wethouder Jan Iedema.

Gemeenten, instellingen en mboRijnland: samen verbeteren welzijn en zorg

De wereld van welzijn en zorg verandert in een rap tempo en er is vraag naar meer en anders opgeleid personeel. Gemeenten, zorg- en welzijnsinstellingen en mboRijnland – totaal ruim dertig partijen – zijn maandag 11 juni samen gestart met het Centrum voor Innovatief Vakmanschap Welzijn & Zorg om te zorgen voor betere zorg en welzijn. 

Het centrum wil het vliegwiel zijn voor gekwalificeerd personeel dat past bij het nieuwe zorg- en welzijnslandschap. Door samen te werken biedt het organisaties, overheden en onderwijs de kans om doorbraken te realiseren voor het welzijn en de gezondheid van hun lokale burgers. ‘Onze samenwerking in het Centrum voor Innovatief Vakmanschap is van groot belang voor betere en betaalbare welzijn en zorg. Samen zijn we één groot lerend netwerk,’ aldus Otto Jelsma, bestuursvoorzitter van mboRijnland.

De partijen in het centrum willen samen het leervermogen van de sector vergroten en de onderwijsvernieuwing versnellen. Vraag en aanbod tussen werkveld en onderwijs komen zo dichter bij elkaar. Samen zorgen gemeenten, zorg- en welzijnsorganisaties en mboRijnland ervoor dat de professionals van morgen de juiste kennis en kunde hebben om cliënten te voorzien in hun behoeften op het gebied van welzijn en zorg.

Betrokken organisaties

De volgende organisaties zijn betrokken bij het Centrum voor Innovatief Vakmanschap Welzijn & Zorg: ActiVite, Consortium Beroepsonderwijs, DSV | verzorgd leven, Eigen&Wijzer, Florence, Floreo Kids, Fundiz, Holland Rijnland, gemeenten Alphen aan den Rijn, Gouda, Leiden, Leidschendam-Voorburg, Woerden en Zoetermeer, Gemiva SVG, Groene Hart Ziekenhuis, Het Raamwerk, Hogeschool Leiden, Hoornbeeck College, Ipse de Bruggen, Junis, Kind en Co, De Kinderhaven, Libertas Leiden, LUMC, Marente, Marnix Academie, mboRijnland, Opoz, Participe, Radius Welzijn, Rijnhoven, GGZ Rivierduinen, SBB, SCOL, Stichting Care2Care, Stichting Morgenwijzer, Talent primair, Topaz, Vlietkinderen, Welzijn Teylingen, Wonderland groep, Xtra Mooi, Zorgpartners, Zorg Zijn Werkt.

7.700 leerlingen basisscholen sporten tijdens Koningsspelen

De Koningsspelen Leiden op 20 april zijn een geweldig feest geworden. 7.700 leerlingen uit het basisonderwijs deden enthousiast mee aan diverse sport- en spelactiviteiten op veertig voetbalvelden en dertig schoolpleinen. De activiteiten werden begeleid door studenten van mboRijnland en leerlingen van middelbare scholen en hbo. Echt een dag voor het door het onderwijs.

De Koningsspelen werden om negen uur geopend door burgemeester Henri Lenferink. Daarna dansten honderden basisschoolleerlingen op het hoofdveld van voetbalvereniging Lugdunum de fitlala. Daarna dompelden de kinderen zich onder in een groot aantal verschillende sport- en spelactiviteiten. Ze werden hierbij begeleid door studenten van mboRijnland en het hbo en leerlingen van middelbare scholen. Jeanette, student Onderwijsassistent van mboRijnland, was één van hen. ‘Dat samenspelen is belangrijk voor de kinderen. Zo leren ze elkaar op een andere manier kennen.’ Max, een klasgenoot van haar beaamt dat: ‘Het is geweldig om de kinderen hierbij te begeleiden.’ Zijn gezicht straalt, maar langer praten kan niet: een jongetje vraagt met opgewonden stem wat hij precies moet doen. 

Sport en spel grotere rol in sociaal domein

Henri Lenferink, burgemeester van Leiden, hecht grote waarde aan de Koningsspelen. “Bewegen is belangrijk voor de gezondheid. Daar kun je niet vroeg aan beginnen. Bovendien is het leuk om met andere kinderen te spelen.’ Ook ziet hij de Koningsspelen als een symbool van verbondenheid met het Koningshuis. ‘Die verbondenheid vertaalt zich ook naar verbondenheid in de stad. De Koningsspelen zorgen dat alle kinderen erbij horen en van waarde zijn. Tijdens de sport- en spelactiviteiten verdwijnt het onderscheid tussen mensen. Iedereen is dan gelijk.’

Paul Dirks, wethouder Onderwijs, Sport en Duurzaamheid, wil sport en bewegen daarom graag een grotere rol in het sociale domein geven: ‘De kracht van sport- en bewegingsactiviteiten is groot. Sport en spel kunnen mensen werkelijk bij elkaar brengen, kinderen van verschillende buurten, scholen, culturele achtergrond. Het helpt bij het voorkomen van segregatie en kan daarmee een grote rol spelen bij het leefbaarder maken van de stad.’ De activiteiten tijdens de Koningsspelen wil hij daarom breder trekken. ‘We krijgen als gemeente steeds meer taken, met name als het gaat om de maatschappelijke ondersteuning en jeugdzorg. Laten we daar sport en spelactiviteiten een rol bij geven. Die kunnen bijdragen aan preventie van sociale problemen en gezondheidsklachten.’ Hij wil daar een verbindende rol bij spelen. ‘Ik zie voor de gemeente echt een rol weggelegd voor het samenbrengen van scholen, wijkcentra en sportverenigingen. ‘Sport en spel kan een enorme spin-off hebben voor de leefbaarheid van de samenleving.’

Uniek concept in Leiden

De Koningsspelen in Leiden zijn uniek. De hele dag wordt namelijk georganiseerd door mboRijnland, de Hogeschool Leiden en een groot aantal middelbare scholen. ‘Geweldig,’ vindt Lenferink. ‘Deze dag brengt iedereen in de stad bij elkaar.’ Nergens anders in Nederland worden de Koningsspelen op deze wijze georganiseerd.

Verbindende rol

mboRijnland vervult een belangrijke rol in de organisatie. Een geweldige dag, aldus Otto Jelsma, voorzitter van de Raad van Bestuur van mboRijnland. ‘Het is prachtig om te zien dat zoveel kinderen met elkaar met sport bezig zijn en onze studenten de kinderen begeleiden.'

Hans Kallenberg, docent bij mboRijnland en een van de organisatoren, is trots op de Koningsspelen. ‘Door alle activiteiten dragen we echt bij aan het versterken van de gemeenschap Leiden.’

In heel Nederland

De Koningsspelen vinden sinds 2013 in Nederland plaats. Op deze dag wordt voor alle kinderen in het basisonderwijs een vrolijke en gezellige sportdag georganiseerd. Het motto is: samen spelen, samen sporten en samen verbinden.

Voorbereiding Koningsspelen in volle gang

Studenten en docenten zijn druk bezig met de voorbereiding van de Koningsspelen van vrijdag 20 april. ​​​​​​​De aftrap van de Koningsspelen vindt plaats op vrijdagochtend 20 april om negen uur. Duizenden basisschoolleerlingen dansen dan de fitlala. De basisscholen zijn al druk aan het oefenen, straks onder leiding van studenten van mboRijnland. Ook zijn studenten al druk bezig met het plaatsen van de spelmaterialen op de sportvelden en schoolpleinen.

​​​De Koningsspelen vinden sinds 2013 in Nederland plaats. Dit jaar dus voor de vijfde keer. Een echt lustrum. Op deze dag wordt voor alle kinderen in het basisonderwijs een vrolijke en gezellige sportdag georganiseerd. Dat betekent in onze regio: tienduizenden sportende en spelende leerlingen uit het basisonderwijs, tientallen voetbalvelden en schoolpleinen en honderden studenten van mboRijnland die de sportactiviteiten begeleiden. Het zijn de imposante aantallen van dit lustrum. 'Het is heel belangrijk dat zoveel kinderen met elkaar met sport bezig zijn,' aldus Otto Jelsma, voorzitter van de Raad van Bestuur.

Uniek concept in Leiden

De Koningsspelen in Leiden zijn uniek. De hele dag wordt namelijk georganiseerd door het onderwijs. mboRijnland speelt daar een verbindende rol bij. Zo'n tweehonderd studenten van de opleidingen Onderwijsassistent, Sport en Bewegen en Verpleegkunde begeleiden de kinderen uit het basisonderwijs tijdens de activiteiten. Dat doen ze samen met hbo-studenten en leerlingen uit het voortgezet onderwijs. Studenten Orde & veiligheid regelen de verkeerstromen bij de grootste en moeilijker bereikbare sportparken. Nergens anders in Nederland worden de Koningsspelen op deze wijze georganiseerd.

‘Bedrijfsleven zal meer moeten participeren in laboratoriumonderwijs’

Drie scholen voor laboratoriumonderwijs organiseerden een conferentie (LAB-dag) met als thema ‘de analist van de toekomst’. De LAB-dag was druk bezocht met docenten, teamleiders en managers van het middelbaar laboratoriumonderwijs uit het hele land. Zo ook docenten van het Middelbaar Laboratorium Onderwijs (MLO) van mboRijnland.

Het thema van de LAB-dag 2018 is aangedragen door mboRijnland. Els de Waard, onze opleidingsmanager MLO (Middelbaar Laboratoriumonderwijs), is tevreden over de opkomst. “We houden deze LAB-dag elke twee jaar, met ontmoeting als grote doel. Samen nadenken over het thema. Waar leiden we toe op? Zijn we nog actueel in de kennis die we overdragen?”

De LAB-dag 2018, georganiseerd door vertegenwoordigers van drie MLO-opleidingen, heeft als thema ‘de analist van de toekomst’. Het thema is aangedragen door mboRijnland. Els de Waard, onze opleidingsmanager MLO, is tevreden over de opkomst. “We houden deze LAB-dag elke twee jaar, met ontmoeting als grote doel. Samen nadenken over het thema. Waar leiden we toe op? Zijn we nog actueel in de kennis die we overdragen?”

Vol podium

Dagvoorzitter Erik Siebel laat een eerste formule los op de aanwezigen. Delen = vermenigvuldigen. Dat zal op deze 29e maart gebeuren in een debat vóór de pauze en een aantal workshops na de pauze. Voor het debat komen twaalf mensen het podium op, afkomstig uit het bedrijfsleven én het onderwijs. Het debat wordt geleid door Frank Geelink, voorzitter directie van het Techniek College Rotterdam. Voor hem een thuiswedstrijd!

Multidisciplinair

Wat voor professionals heeft het bedrijfsleven in die toekomst vooral nodig? Harry Flore, ceo van het farmaceutisch bedrijf HAL Allergy, antwoordt met een mooie oneliner. “Geen hoog- of laagopgeleide medewerkers, maar juíst opgeleide mensen.” Hij pleit voor ontschotting. “Op de ontwikkelafdelingen werken we veel in multidisciplinaire teams, met mensen van alle niveaus. In zo’n situatie kun je moeilijk de schotten overeind houden tussen mbo- en hbo- of academisch geschoolde medewerkers.”

Doorgaande leerlijnen

Manager Els de Waard erkent dit direct, wanneer we haar later hiernaar vragen. “De ontschotting in het bedrijfsleven is allang gaande. Daarom mogen wij in het MLO niet achterblijven. In de praktijk is een hbo’er niet altijd slimmer dan een mbo’er. Het kan niet zo zijn dat we een mbo’er alleen inzetten voor praktische handelingen en een hbo’er of academisch geschoolde medewerker voor theoretische kwesties of voor troubleshooting. In dat licht bezien is het van groot belang dat wij blijven investeren in doorgaande leerlijnen, van mbo naar hbo.”Het MLO binnen mboRijnland heeft een bevoorrechte positie, omdat het gebruikmaakt van het laboratorium van de faculteit Science & Technology van Hogeschool Leiden. Els de Waard: “Omdat we de budgetten delen voor het laboratorium bij elkaar optellen, kunnen we veel meer doen. Mbo- en hbo-studenten en docenten zien elkaar op de gang en in het laboratorium. Dan ontstaat er een haast organische samenwerking.”InnoverenOnno de Vreede, directeur Innovation and Human Capital bij de VNCI, de branchevereniging van de chemische industrie in Nederland, brengt vuurwerk in het debat wanneer hij zegt het MLO meer werk moet maken van innoveren. “De grote bedrijven zijn druk met digitalisering, robotisering en automatisering. Daarvoor worden werkprocessen opnieuw ingericht.” In zijn optiek hebben de scholen te veel een interne focus. “Heroriëntatie is daarom heel erg hard nodig.”

Daverend applaus

Patrick Pijnenburg, directeur faculteit Science & Technology van Hogeschool Leiden, pakt naar eigen zeggen ‘met een ongemakkelijk gevoel’ de handschoen op. “Als ik Onno zo hoor praten, lijkt het alsof we in het onderwijs slapen. Dat is uiteraard niet zo. Voor het hbo en het mbo is het onmogelijk om voorop te lopen in de ontwikkelingen. Als school dragen wij de basiskennis over op de studenten, zodat die straks adequaat kunnen inspelen op de veranderingen in de branche.” Als het over innoveren gaat, dan kunnen de opleidingen de keuzedelen daarvoor prima inzetten.

 

Willen mbo en hbo beter aansluiten op het bedrijfsleven, dan zal dat bedrijfsleven intensiever moeten participeren in het onderwijs. “Dat is meer dan afwachten wat voor jonge professionals het onderwijs straks aflevert. Dat is ook meer dan als bedrijf één keer per jaar een college verzorgen. We zullen een participatievorm moeten vinden waarin het bedrijfsleven, veel meer dan nu het geval is, input geeft aan het onderwijs. Daarbij blijft de rol van docent kennis overdragen. Hij legt bij de studenten de basis. Het bedrijfsleven brengt daarop een toplaag aan.” De met passie uitgesproken woorden leveren Patrick Pijnenburg een daverend applaus op.

Kern van discussie

Harry Flore brengt met overtuiging zijn senioriteit en expertise in dit debat in. Hij heeft in zijn loopbaan tal van bedrijven in Europa en Amerika van binnen gezien, óók in Silicon Valley dat geldt als hét Mekka van de datascience. “Ik kan jullie zeggen dat de analisten die ik daar ben tegengekomen zeker niet beter waren dan hun Nederlandse collega’s. Dus laten we elkaar niet in de put praten.”Els de Waard reflecteert graag op dit deel van het debat. “Dat raakt de kern van de discussie die nu speelt binnen het MLO. Gebruiken we de keuzedelen als verdieping of verbreding van de opleiding? Die discussie moeten we binnen ons eigen team nog verder voeren.”

Flexibiliteit

Patrick Pijnenburg wil met het oog op de toekomst kijken naar de structuur waarin het onderwijs wordt aangeboden. “Daarin moet meer flexibiliteit mogelijk zijn.” Met die boodschap wordt het debat afgerond. Na de pauze, met daarin veel gelegenheid voor netwerken, dirigeert Erik Siebel de aanwezigen naar de eerste workshop van hun keuze. Het was een mooi debat, gevoerd vanuit diverse invalshoeken. Is Els de Waard tevreden? “Tevreden ben ik wanneer deze discussie wordt voortgezet in alle docententeams. De aanzet daartoe was goed.”

Het beste voor de studenten

In de pauze wordt aan alle kanten getrokken aan Els de Waard. Ze vindt het niet erg. “Je ziet hoe makkelijk mensen hier met elkaar in gesprek raken. Die uitwisseling op landelijk niveau is zo belangrijk! Opleidingen komen elkaar tegen. Concurrenten? We hebben elkaar nodig om het beste te kunnen bieden aan de studenten.”