Gepersonaliseerd leren
Proeftuin Passend Onderwijzen
mboRijnland neemt deel aan een vierjarig onderzoekswerkplaats gericht op Passend Onderwijzen in het mbo. In dit project worden bij 3 verschillende mbo-scholen ProfessioneleLeerGemeenschappen (PLG’s) begeleid door Lectoraat Beroepsonderwijs van de Hogeschool Utrecht. In zo’n PLG doen docenten 1 jaar lang praktijkgericht onderzoek, naar een onderwerp naar keuze, iets waar de docenten zelf tegenaan lopen in hun dagelijkse onderwijspraktijk.
De eerste PLG voor dit project bestond in schooljaar 2022-2023 uit 3 enthousiaste docenten. Zij hebben zich gericht op de onderzoeksvraag: Welk docenthandelen op probleemgedrag/ aanvaardbaar (sociaal) gedrag t.a.v. een ander draagt bij aan de ervaren veiligheid van studenten van het College Start-Up, binnen het gepersonaliseerd leren op de afdeling? Hun bevindingen zijn te lezen in de rapportage, de bruikbare tool wordt nog ontwikkelt.
De tweede PLG voor dit project liep in schooljaar 2023-2024 en bestond wederom uit 3 enthousiaste docenten. Zij bogen zich over het vraagstuk: Hoe kan de vakdocent op relatief eenvoudige, doch doeltreffende wijze, naast de docent Nederlands, zijn bijdragen leveren aan woordenschatontwikkeling bij studenten van de opleiding servicemedewerker mbo2 van mboRijnland? Hiervoor ontwierpen zij 6 eenvoudige, korte werkvormen die de docenten kunnen toevoegen aan hun lespraktijk en onderzoeken zij wat de docenten en studenten vinden van deze werkvormen. De samenvatting van dit onderzoek is te lezen in de poster en de werkvormen zijn ook toegevoegd.
Rapportage Proeftuin Passend Onderwijzen 2022/2023
Gepersonaliseerd Leren, een praktijkonderzoek bij mboRijnland
Bij mboRijnland wordt vanaf 2019 volop ingezet op het personaliseren van leertrajecten voor studenten. Research Lab heeft bij vijf verschillende GePersonaliseerd Leren (GPL) trajecten de ervaring van docenten en studenten met hun GPL-traject onderzocht.
Uit de resultaten blijkt dat docenten en het merendeel van de studenten positief zijn over het GPL-traject binnen hun opleiding. Docenten zien een toename van motivatie bij de studenten, terwijl studenten zich positief uitlaten over de mogelijkheid tot versnellen, eigen invulling van de lessen en keuzemogelijkheden.
Een belangrijk aspect van gepersonaliseerd leren is dat studenten zelfregulerende vaardigheden moeten beheersen, om te kunnen functioneren in een gepersonaliseerde leeromgeving. Tijdens de interviews zijn door docenten en studenten alleen de inzet van metacognitieve strategieën benoemd, zoals plannen en reflecteren.
In de interviews zijn ook verbeterpunten benoemd om de effectiviteit van gepersonaliseerd leren verder te verbeteren:
- Studenten gaven aan meer behoeften te hebben aan klassikale lessen.
- Binnen de teams werd het ontbreken van een gezamenlijke visie op gepersonaliseerd leren gemist, evenals aandacht en tijd voor de professionele ontwikkeling met betrekking tot de veranderende rol van de docent.
- Technische belemmeringen en het ontbreken van ondersteuning door middel van een online tool om de voortgang bij te houden, werden ook geïdentificeerd
Het theoretisch kader, methode, verdiepende resultaatverwerking en adviezen om de implementatie van GPL te verbeteren zijn verder uitgewerkt in de rapportage.
Gepersonaliseerd leren – Een praktijkonderzoek bij mboRijnland
Brede en praktijkgerichte onderwijsroute Start Up 1-2 bij mboRijnland
Het artikel ‘Start Up 1-2: een leertraject dat niet als school voelt’ beschrijft onderzoek dat practoraat Research Lab uitvoerde naar de onderwijsroute Start Up 1-2. Gedurende hun studiejaar zijn studenten in Start Up 1-2 meer betrokken bij hun opleiding dan studenten in een reguliere opleiding entree en niveau 2. Ze voelen zich meer thuis en ervaren meer steun van docenten. Ze blijven vinden dat hun studie bij hen past. Betrokkenen zijn positief over Start Up 1-2. De onderzoekers veronderstellen dat de positieve resultaten van Start Up 1-2 kan komen doordat het een praktijk-gebaseerd onderwijsvorm is en omdat studenten gepersonaliseerde coaching ontvangen.
Betrokken onderzoekers: Jantje Timmerman en Erica Wijnands